Menu
Menu
Deze training is gericht op het leren werken met een Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) programma voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. In deze basistraining staan veel voorkomende (spel)activiteiten en dagelijkse routines centraal. Wanneer er genoeg aanmeldingen zijn, zullen wij direct contact met u opnemen en laten weten hoe de training eruit komt te zien. De maximale groepsgrootte is 10 deelnemers, zo is er genoeg ruimte voor individuele benadering.
De VierVVE basistraining is gericht op het leren werken met een Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) programma voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. In deze basistraining staan veel voorkomende (spel)activiteiten en dagelijkse routines centraal. Pedagogisch medewerkers leren om vanuit deze activiteiten de ontwikkeling van de kinderen te begeleiden, te verrijken en te verdiepen. Uitgangspunten hierbij zijn de (brede) ontwikkeling van jonge kinderen (hoe zij spelend leren) en de rol van de beroepskracht daarbij (handelingsgericht en doelgericht observeren, begeleiden en stimuleren). ‘Jij maakt het verschil’ en ‘jij speelt de hoofdrol’ zijn belangrijke motto’s binnen deze training. Er is daarnaast veel aandacht voor de interactievaardigheden, zowel in de trainingsbijeenkomsten als tijdens de coaching.
De VierVVE basistraining heeft de volgende kenmerken:
Programma
De basistraining bestaat uit twaalf bijeenkomsten van 4 uur en 5 coaching bezoeken op de werkvloer. De bijeenkomsten vinden bij voorkeur maandelijks plaats. In de periode tussen de trainingsbijeenkomsten oefenen de deelnemers op hun eigen groep aan de hand van praktijkopdrachten, houden ze een portfolio bij om hun leerproces te volgen en worden ze gecoacht op de werkvloer.
De inhoud van de verschillende bijeenkomsten ziet er als volgt uit:
Bijeenkomst 1: De dag in beeld
Tijdens deze bijeenkomst ligt de nadruk op de kennismaking. Daarnaast wordt de talentendriehoek geïntroduceerd en maken deelnemers kennis met de 3 v’s (verkennen, verbinden, verrijken).
Bijeenkomst 2: Bouwen aan spelmaterialen
Het accent in deze bijeenkomst ligt op de pijler ‘omgeving en materiaal’ uit de talentendriehoek, de SLO doelen ‘Taal’ en verschillende vormen van praten *speelpraten, doenpraten, denkpraten en steunpraten).
Bijeenkomst 3: Naar buiten
Het accent in deze bijeenkomst ligt op de pijler ‘pm’er’ van de talentendriehoek en de 3 v’s. De SLO doelen ‘Taal’, ‘Rekenen’, ‘Sociaal-emotioneel’ en ‘Motoriek’ komen aan bod en er is aandacht voor verschillende vormen van spel.
Bijeenkomst 4: Aan het woord!
Bijeenkomst over het voeren van gesprekken, met speciale aandacht voor ‘taaldenkgesprekken’. Verder is er aandacht voor groepsmanagement, in het bijzonder de inrichting van de speelleeromgeving.
Bijeenkomst 5: Er was eens….
Bijeenkomst over hoe pm’ers op een zo goed mogelijke manier kunnen voorlezen en taaldenkgesprekken kunnen voeren over en naar aanleiding van prentenboeken. De verbinding met de SLO doelen ‘Taal’, ‘Leesplezier’, ‘Oriëntatie op boek en verhaal’ en ‘Fonemisch bewustzijn wordt gemaakt.
Bijeenkomst 6: Op visite
Bijeenkomst waarin spel en spelbegeleiding centraal staan. Naast de spelontwikkeling ligt de nadruk op de sociaal-emotionele ontwikkeling (inclusief de SLO doelen).
Bijeenkomst 7: Rekenen op verbeelding
De pijler ‘omgeving en materiaal’ van de talentendriehoek wordt in deze bijeenkomst verdiept door een indeling te maken naar twee ontwikkelingsgebieden, namelijk de beeldende ontwikkeling en de rekenontwikkeling (inclusief de SLO doelen).
Bijeenkomst 8: Wat zie ik, wat begrijp ik?
In deze bijeenkomst gaat het om het leren observeren, de eerste stap in de cyclus van opbrengstgericht werken (OGW). De deelnemers oefenen met het in kaart brengen van veiligheid, welbevinden en betrokkenheid.
Bijeenkomst 9: Een schat aan woorden telkens weer
In deze bijeenkomst komt het uitbreiden van de woordenschat van kinderen aan bod. Aan de orde komen de eerste en tweede taalverwerving en de manier waarop pm’ers de woordenschat kunnen uitbreiden op een speelse manier.
Bijeenkomst 10: Toeters en bellen
In deze bijeenkomst is er opnieuw aandacht voor de OGW cyclus. Waar eerder de focus lag op ‘waarnemen’ en ‘begrijpen’, ligt nu het accent op de onderdelen ‘plannen’ en ‘realiseren’ uit de cyclus.
Bijeenkomst 11: Partners in ontwikkeling
Deze bijeenkomst gaat over ouderbetrokkenheid, waarbij het accent ligt op het stimuleren van thuisbetrokkenheid.
Bijeenkomst 12: Zo speel ik de hoofdrol
In de laatste bijeenkomst gaan we terugkijken en vooruitkijken. Alle deelnemers geven een presentatie over (een deel van) de 11 bijeenkomsten van de basistraining en hun eigen leerproces.
Portfolio
De deelnemers leggen hun leerproces vast in het portfolio. Het portfolio is gericht op bewustwording, op de wijze waarop de deelnemer het verschil kan maken voor de kinderen op de groep. De reflectie richt zich dus vooral op de eigen rol.
Het portfolio wordt gedurende de gehele training opgebouwd, praktijkopdrachten, reflectieopdrachten en speciale portfolio opdrachten zijn hierbij richtinggevend.
Een belangrijk onderdeel van het portfolio is het competentieprofiel. Dit is een lijst met competenties waarin de deelnemer bij aanvang van de training, tussentijds en aan het einde van het traject aangeeft welke zijn verworven gedurende de training.
Coaching
Verdeeld over het traject krijgen de deelnemers 5 individuele coachingsbezoeken van de trainer op de werkvloer. Bij een coachingsbezoek wordt een deelnemer geobserveerd tijdens zijn/haar werkzaamheden op de groep, waarna hij/zij wordt gecoached op het pedagogisch handelen en de inhoud van de training.
Het coachingstraject is ‘op maat’, afgestemd op de behoefte en vraag van de deelnemer. Daarbij is het onderwerp van de voorgaande bijeenkomst het centrale uitgangspunt. Het portfolio dat de deelnemers bijhouden is daarbij leidend. Ook wordt gebruik gemaakt van filmopnamen, observaties, feedbackgesprekken en modelling (voordoen).
Doelgroep & niveau
Deze training is bedoeld voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, peuterspeelzalen en voorscholen die werken met kinderen vanaf 2 tot 4 jaar, die gecertificeerd willen worden voor het werken op een VVE groep. Deelnemers dienen te beschikken over een relevante opleiding (zoals SPW, PW, OA) op minimaal minimaal MBO-3 niveau. Ook moeten deelnemers voldoen aan overige (deels lokale) eisen die de landelijke overheid en/of gemeente stelt aan medewerkers die werken op VVE groepen, zoals het voldoen aan de taalnormen voor VVE.
Doelen
Doel van de training is dat iedere pedagogisch medewerker zich de basisprincipes van het leren en zich ontwikkelen van jonge kinderen eigen maakt en weet hoe deze ontwikkeling te steunen en te stimuleren is. Met de VierVVE basistraining verwerven pedagogisch medewerkers een sterke basis voor het handelen in de praktijk. Met goede interactie- en begeleidingsvaardigheden maken zij het verschil!
Leerdoel
Door gericht naar kinderen te kijken en aansluitend passende en uitdagende (spel)activiteiten aan te bieden, begeleiden en stimuleren zij gericht de ontwikkeling. Zo krijgen kinderen wat ze nodig hebben.
Trainingsduur
De studiebelasting van de VierVVE basistraining bedraagt gemiddeld 104 uur per deelnemer. Deze studiebelasting omvat het volgende:
Kosten
Onze trainingen worden zodoende op maat verzorgd, afgestemd op de behoeften van de organisatie.
Neem gerust contact met ons op voor meer informatie.
Studiemateriaal
De deelnemers krijgen een deelnemersmap á €66,- incl btw.
De deelnemers ontvangen na afronding van de training een certificaat á €25,- incl btw.
Resultaat & kwalificatie
Na intensieve deelname van de trainingsbijeenkomsten en positieve afronding van de coaching zal de deelnemer aan het eind van de training een certificaat ontvangen. Hiermee voldoet de deelnemer aan de wettelijke eisen voor het werken op een VVE groep. Daarmee heeft zij/hij ook toegang tot een verkorte programmatraining (koptraining).
